Nationaal fietsplan 2015 werkgevers

 

 

Ook na 2014 kunt u via het “Fietsplan 2015” een “fiets van de zaak” blijven aanbieden aan uw werknemers. Maar hoe steekt dat precies in elkaar, met de komst van de verplicht werkkostenregeling (WKR) per 1 januari 2015?

Een fiets met belastingvoordeel vanaf 1 januari 2015

Per 1 januari 2015 treedt de werkkostenregeling (WKR) in werking. De werkgever mag – binnen de WKR – 1,2% van haar totale brutoloonsom gebruiken voor onbelaste vergoedingen en verstrekkingen aan haar werknemers. Daar valt de ‘fiets van de zaak’ onder, maar ook bijvoorbeeld een abonnement van de sportschool (bedrijfsfitness), kerstpakketten of bedrijfsuitjes. Met de introductie van de WKR is een aantal belangrijke basisregels met betrekking tot secundaire arbeidsvoorwaarden gewijzigd:

· Alle aparte regels voor het onbelast verstrekken en vergoeden vervallen. Het onbelast verstrekken en
vergoeden van secundaire arbeidsvoorwaarden valt per 1 januari 2015 onder de WKR.
· De kosten van de aanschaf van secundaire arbeidsvoorwaarden vallen binnen het WKR-budget (1.2% van de
totale brutoloonsom).
· De werkgever bepaalt – zoals gewend – het aanbod van secundaire arbeidsvoorwaarden, maar nieuw is dat de
werkgever ook bepaalt welke bedragen daarvoor worden aangewend, wie hiervoor in aanmerking komt en hoe
vaak de aanschaf gedaan mag worden. U kunt de fiets dus fiscaal aantrekkelijk blijven aanbieden.

Praktijkervaring

Praktijkervaring: hoe bieden werkgevers die al overgestapt zij op de WKR de fiets aan?
Er zijn vele werkgevers die overgestapt zijn op de WKR en die via Nationale Fiets Projecten de fiets blijven aanbieden als secundaire arbeidsvoorwaarde. Wij zien dit op twee verschillende manieren gebeuren:

Voorbeeld 1:

Er wordt niets gewijzigd aan de voorwaarden. De voorwaarden van de oude regelgeving worden één op één overgenomen. Ook wordt nog steeds het maximaal te verrekenen bedrag € 749,- gehandhaafd. Spelregels zijn: deelname een per drie jaar mogelijk, werknemers met lease auto’s zijn uitgesloten, minimaal de helft van de werkdagen moet de fiets worden ingezet voor het woon-werkverkeer.

Voorbeeld 2:

Er wordt onderscheid gemaakt in een gewone fiets en een elektrische fiets. Maximaal te verrekenen bedrag voor de gewone fiets is € 749,- en het maximaal te verrekenen bedrag voor de elektrische fiets wordt verhoogd naar € 1.000,-. Afhankelijk van de hoogte van het WKR-budget stellen werkgevers zelf hun eigen spelregels op. Er zijn bijvoorbeeld werkgevers, waarbij het mogelijk is om ieder jaar een fiets met belastingvoordeel aan te schaffen.

lees meer op nationalefietsprojecten.nl